In dit artikel worden de syntaxis van de formule en het gebruik van de functie LOG in Microsoft Excel beschreven.

Beschrijving

Berekent de logaritme van een getal met het door u opgegeven grondtal.

Syntaxis

LOG(getal;[grondtal])

De syntaxis van de functie LOG heeft de volgende argumenten:

  • Getal    Vereist. Het positieve reële getal waarvan u de logaritme wilt berekenen.

  • grondtal    Optioneel. Het grondtal voor de logaritme. Als u grondtal weglaat, wordt uitgegaan van de waarde 10.

Voorbeeld

Kopieer de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel en plak deze in cel A1 van een nieuw Excel-werkblad. Om resultaten van formules weer te geven, selecteert u deze, drukt u op F2 en drukt u vervolgens op Enter. Indien nodig kunt u de kolombreedten aanpassen als u alle gegevens wilt zien.

Formule

Beschrijving

Resultaat

=LOG(10)

De logaritme van 10. Omdat het tweede argument (grondgetal) wordt weggelaten, wordt uitgegaan van de waarde 10. Het resultaat, 1, is de macht waarmee het grondgetal moet worden verheven voor een uitkomst die gelijk is aan 10.

1

=LOG(8, 2)

De logaritme van 8 met grondgetal 2. Het resultaat, 3, is de macht waarmee het grondgetal moet worden verheven voor een uitkomst die gelijk is aan 8.

3

=LOG(86, 2,7182818)

De logaritme van 86 met grondgetal e (ongeveer 2,718). Het resultaat, 4,454, is de macht waarmee het grondgetal moet worden verheven voor een uitkomst die gelijk is aan 86.

4,4543473

Meer hulp nodig?

Meer opties?

Verken abonnementsvoordelen, blader door trainingscursussen, leer hoe u uw apparaat kunt beveiligen en meer.

Community's helpen u vragen te stellen en te beantwoorden, feedback te geven en te leren van experts met uitgebreide kennis.